Om OdySight* veranderingen in uw visuele prestaties te kunnen laten detecteren, is het belangrijk dat de tests onder de juiste omstandigheden worden uitgevoerd. Bij elke test controleert de applicatie daarom voortdurend:
- Het omgevingslicht. Doe de test in een goed verlichte ruimte en zorg dat er geen direct licht op uw gezicht of het toestel valt. Als u in een ruimte bent die te donker of te licht is, vraagt de applicatie de test op een andere plek te doen.
- Uw afstand tot het beeldscherm. Tijdens de OdySight-tests moet uw gezicht zich op een afstand van 35 tot 45 cm van het beeldscherm bevinden. Deze afstand wordt voordat u de test start en tijdens de gehele test gecontroleerd.
Plaats het apparaat op een stabiele ondergrond om eventuele problemen met het handhaven van de juiste afstand te voorkomen. We raden aan de OdySight-doos te gebruiken die u van uw arts hebt gekregen. Om het testen makkelijker te maken kunt u uw apparaat hierop laten rusten. Als er een probleem is bij de detectie van uw gezicht, houd uw hand dan horizontaal en niet verticaal om het oog te bedekken dat niet wordt getest.
* In de proefversie van OdySight worden de testresultaten niet opgeslagen of naar uw oogarts gestuurd. Hiermee kan uw zicht dus niet op afstand worden gecontroleerd en wordt afname van gezichtsscherpte niet aan uw arts gecommuniceerd.